top of page

Een wit glinsterend deken bedekt het landschap. De sneeuw hult alles in eenvoud en stilte. Enkel voetstappen zijn hoorbaar in de knarsende sneeuw en laten sporen na in het ongerepte landschap. Deze tekens van aanwezigheid zijn de enige zekerheid in het verder onmetelijke landschap. Joël Schuurmans maakt regelmatig trektochten door besneeuwde gebieden. Aangetrokken door vrijheid en schoonheid, weg van dagelijkse beslommeringen, trekt hij de natuur in. Eens onderweg stelt hij vast dat een zalig gevoel snel kan plaatsmaken voor verontrusting en angst. Een sneeuwlandschap is magisch, maar de vlokken verbergen wat eronder ligt. Er is kans op sneeuwstormen, wat het zicht bijkomend beperkt. We zijn afhankelijk van comfort, zekerheid en zetten graag zaken naar onze hand. Als dat wegvalt, worden we fragiel en hulpeloos. Eens op tocht zoekt Schuurmans dan ook houvast in de vorm van menselijke aanwezigheid. Het kan gaan om een schuurtje, licht of een baken die uit de sneeuw steekt. Deze zaken zijn geruststellend of helpen om te schuilen of de weg te vinden. In 2016 maakte Schuurmans zijn eerste ‘Shelterpaintings’. Het zijn grote schilderijen van ijzige landschappen voorzien van een afdak in glas of hout, verwijzend naar schuilplaatsen. Hij schildert een paaltje in een landschap, maar de bakens vertalen zich ook in het gebruik van licht of strakke witte of rode lijnen in de vormgeving.

 

Schuurmans gidst regelmatig groepen in IJsland. Zo leerde hij het landschap kennen en hij was meteen onder de indruk. Hij ervaart het als gigantisch, surreëel en een episch decor. De uitgestrekte vergezichten en extreme kleurcontrasten van zwarte lavastroom, mosgroen tot felle okers zijn wondermooi en overweldigend. Wie daar rondtrekt, heeft meteen de drang om de vergezichten en ervaringen vast te leggen, maar wat blijft ervan over? Schuurmans schildert een reeks vergezichten op kleine, smalle panelen. Fouten of onregelmatigheden die ontstaan door het maken van panoramafoto’s, verwerkt hij in zijn schilderijen door abstracte verfpartijen. Verticale lijnen die hij hier en daar aan de zijkanten in het landschap zaagt of schildert, creëren de illusie dat het om een panorama gaat. Het zijn kleine uitsnijdingen uit een weids landschap die door hun veelheid opnieuw een groter geheel oproepen.

 

Om de sfeer van IJsland weer te geven, zoekt Schuurmans informatie op over het land en haar tradities. Hij maakt een hutje dat verwijst naar de eerste Vikinghuizen in IJsland.

Aanvankelijk werd de houten plankenstructuur gemaakt met aangespoeld hout. De buitenkant van het dak bedekten ze met turf en lieten ze overgroeien met gras zodat het hutje opging in het landschap. Schuurmans schildert de buitenkant van de houten constructie zwart en presenteert daarop een greep uit zijn panoramaschilderijen. Binnenin maakt hij twee houten bankjes met in het midden een lamp, wat verwijst naar vuur of een baken. Op de bankjes staat een IJslandse legende gelaserd. Het verhaal gaat over een koppel dat in de 18e eeuw vogelvrijverklaard werd wegens diefstallen. Ze woonden twintig jaar in de wildernis van IJsland zonder dat ze gevangen werden genomen. Ze overleefden van gestolen vee dat ze verborgen hielden in rotsformaties en lavaholtes, vlakbij warmwaterbronnen. Uit respect voor hun overlevingsdrang werden ze uiteindelijk terug opgenomen in de maatschappij. Daarnaast leven in IJsland veel legendes van verborgen volkeren, zoals elfen, feeën en trollen. De bevolking koestert ze en ze zijn verweven met hun cultuur. Zo is er een verhaal over trollen die in de basaltzuilen in IJsland wonen. Deze zuilen vormen muren door afgekoelde lavastromen. Schuurmans heeft veel interesse in die verborgen plaatsen, volkeren en de bijhorende verhalen met hun onderliggende betekenis. Volgens hem hebben ook wij een verborgen volk. Mensen met een beperking zitten bij ons in zorginstellingen en komen soms nauwelijks in contact met onze maatschappij en worden gezien als zonderling. Schuurmans wil ze tonen als ‘ons verborgen volk’. Hun getekende portretten gepresenteerd in een transparante bekisting in epoxy herinneren aan de IJslandse basaltzuilen.

 

Het hutje is al een aanzet tot de ruimtebeleving waar Schuurmans naar op zoek is. Hij wil de schilderijen en portretten verwerken in een opstelling door een structuur te bouwen die uit een aaneenschakeling van vormen bestaat. De werken kunnen erop en ertussen geplaatst worden. Het geheel van elementen vult de ruimte, vormt een landschap en insinueert een panorama. Door de ruimte te verrijken met ruimtelijke elementen die esthetisch aantrekkelijk zijn, wil hij de toeschouwer uitnodigen om zich tussen het werk te bewegen. Schuurmans zoekt hoe langer hoe meer naar een installatie die de veelzijdige beleving tijdens trektochten visualiseert. Een plek die de tegenstrijdige gevoelens van het adembenemende landschap weergeeft: koude, vreugde en paniek tot het vinden van houvast. Wanneer staat het werk en de opstelling ten dienste van deze ervaringen? Welke indeling heeft de ruimte nodig? Hoe verbeeldt hij de spanning van het kantelmoment tussen genot en ongemak? Het is zoals een tocht trotseren door onherbergzame gebieden. Je weet waar je begint, maar dan volgt een pad met obstakels en verrassingen. Of hoe onderweg zijn even uitdagend is als je bestemming bereiken.

 

April 2018, Indra Devriendt

bottom of page